MotoPlus 2018/04
test + techniek MOTOPLUS 67 KLEPBEDIENING TECHNIEK De Honda VFR1200F had compacte Unicam- cilinderkoppen. Dit systeem is echter niet geschikt voor zeer hoge toerentallen, maar die draaide deze motor toch al niet. De Ducati Desmosedici RR heeft een indrukwekkende desmodro- mische kleppentrein met naast slepertjes om de kleppen te ope- nen ook tuimelaars om diezelfde kleppen weer dicht te trekken. De Harley-Davidson 16F had een kopklep en een zijklep. Deze motor werd ook wel een ‘Pocket Valve Engine’ genoemd omdat er voor de kopklep met de tuimelaar speciale uitsparingen in de benzinetank zaten. Zoals bij alles in het leven bevestigen ook bij de klepbediening uitzonderingen de regel. Grootste uitzondering is wellicht Ducati, met zijn desmo- dromische kleppentrein. De klep wordt niet alleen onder dwang geopend, maar ook weer onder dwang gesloten middels een extra nok en een gevorkte tuimelaar die onder het klephoedje grijpt en de klep weer dicht trekt. Daardoor heeft de Ducati geen klepveren om de klep te sluiten en deze gedwon- gen klepsturing staat nog extremere kleptijden toe (omdat er geen klepveer is, is de bewegende massa nog lager geworden), goed voor nog extremere topvermogens. Honda bedacht in zijn speurtocht naar een compacte cilinderkop de zogenaamde Unicam-motor. Die werd (en wordt) toegepast in hun motocross-modellen, maar ook bij de VFR1200-modellen. De inlaatklep- pen worden hierbij via een stoterbus direct door de enkele bovenliggende nokkenas bediend, terwijl de kleinere uitlaatkleppen door dezelfde nokkenas via een tuimelaar worden bediend. Ook een mix van constructies hadden de eerste Harley-Davidson V-twins: zij hadden per cilinder één staande zijklep als uitlaatklep, en één hangende kopklep voor de inlaat. Deze laatste werd bediend door een lange openliggende stoterstang en een tuimelaar. UITZONDERINGEN BEVESTIGEN DE REGEL
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3