MotoPlus 2018/01

36 MOTOPLUS test + techniek TEST 10 JAAR VOORUITGANG IN MOTORPRODUCTIE Een frame van aluminium giet- profielen met aangeschroefd subframe. Tweedelig zadel, klassieke ronde koplamp. 2007 2017 Stalen vakwerkframe, smallere tank en sportievere achterpartij. De ronde koplamp is identiek aan die van 2007. De analoge toerenteller is beter afleesbaar. Het 2017-display is echter een stuk informatiever. De tweezuiger remklauwen zijn nog hetzelfde. De ABS-sensor zit nu aan de linkerkant. Het ABS- systeem werkt fijner. De aluminium swingarm heeft op de huidige versie plaatsgemaakt voor een stalen exemplaar. Een- voudige kettingspanners. Het motorblok is nog grotendeels gebaseerd op dat van de oer-SV. Goed te zien: andere uitlaatboch- ten. Een oliekoeler ontbreekt. verbindingspijp, hoofdkatalysator in de eind- demper) voldeed de SV toen al aan de Euro3- norm. De gasaanname werd nog zachter en ook de lastwisselingen werden soepeler. Het maximum vermogen bedroeg 72 pk. Wat design betreft domineerden in 2007 ronde vormen, tegenwoordig echter eerder lompe vormen. De tank van de SV bouwt breed en de achterpartij heeft verge- leken met de huidige SV een niet te missen uitlaatdemper. De nieuwe weegt met 199 kilo exact even veel als tien jaar terug, maar oogt alsof hij maandenlang een low-carb-dieet heeft gevolgd. Of het nu komt door het voor- spatbord, het mini-flyscreen rond de koplamp of door de einddemper; de huidige SV ziet er minder gezet uit en is eerder een triatleet dan een bodybuilder. De cockpit van het oude model stamt nog uit een deels gedigitali- seerde wereld, waarin de smartphone nog in de kinderschoenen stond. Ouderwets? Nee hoor, de analoge toerenteller is goed aflees- baar, stukken beter dan de digitale variant van het nieuwe model. Bovendien is het gaaf om de naald van de toerenteller na iedere keer opschakelen weer omhoog te zien schieten. Interessant: tussen 2007 en 2017 is het ben- zineverbruik met een halve liter per honderd kilometer gedaald. Fascinerend, want in beide SV’s draait een identieke basisconstructie van de V-twin met een ongewijzigde boring x slag en een slechts marginaal gewijzigde compressie. Op detailniveau bleef er echter geen onderdeel ongewijzigd. Van gecoate aluminium cilinders zonder loopbussen, nieuwe zuigers met minder speling, andere zuigerveren tot een krukas met 10 procent meer draaiende massa en grotere in- en uitlaatkleppen, is er behoorlijk wat werk verzet. Voor 2016 werden nog eens zestig onderdelen gemodificeerd. Het resultaat is ook in de praktijk merkbaar, niet alleen