MotoPlus 2013/02
70 MOTOPLUS test + techniek TECHNIEK BENZINE elk geval weer met één trap of een druk op de knop! En ook veel mensen met een verzame- ling klassiekers ontdekken steeds vaker de voordelen van Alkylaatbenzine en vullen daar de tanks mee af.” Het tweede voordeel is dat er in Alkylaatbenzine geen alcohol zit, terwijl er in normale Euro 95 tegenwoordig juist steeds meer alcohol (lees: bio-ethanol) zit. De overheid heeft bepaald dat er sinds 2011 al een paar procent alcohol in benzine zit, maar dat zal de komende jaren doorgroeien naar 10 procent (de zogenaamde E10-benzine). Door het bijmengen van bio-ethanol moeten onze natuurlijke voorraden namelijk langer toereikend blijven en we minder afhankelijk worden van de oliesjeiks. Sinds men met het toevoegen van deze alcohol begonnen is, zijn er echter nieuwe problemen ontstaan. Die alcohol trekt vocht uit de lucht aan en zorgt voor zuurvorming, wat aluminium, koper, kunststof en polyester aantast. Oftewel: brandstofsystemen kunnen verstopt raken en tanks kunnen lek raken of aan de binnen- kant afbladderen. Ook oude polyestertanks van klassiekers worden tegenwoordig vaak spontaan incontinent door moderne Euro 95-benzine. Om het brandstofsysteem goed schoon te houden, gooit menige motor- zaak bij elke onderhoudsbeurt tegenwoordig een flesje Forté-reiniger in de tank, dat alle verontreinigingen oplost. Aangezien Alkylaat- benzine geen alcohol bevat, zijn deze nadelen niet van toepassing op deze benzine. Een ander nadeel van de extra alcohol in de Euro 95 is dat het soortelijk gewicht ver- andert en de motor ongemerkt armer gaat draaien. Over het algemeen zal een motor met alcoholhoudende benzine onderin iets minder goed presteren. Van Gelder: “Alkylaat- benzine tast geen kunststoffen aan en is ook neutraal voor rubber en nylon. Je hoeft dus geen lekkageproblemen te verwachten. Al ben ik zo eerlijk om te zeggen dat rubber ringen in een carburateur vaak al zo zijn uitgezet door de alcohol in gewone Euro 95, dat ze bij de overstap op Aspen ook niet meer te redden zijn. Dan kunnen ze juist weer wat gaan krim- pen en het oude formaat aannemen, maar dat zorgt soms ook weer voor lekkage. Dan zit er niets anders op dan een setje nieuwe ringetjes en pakkingen te monteren.” Het laatste voordeel van Alkylaatbenzine zit hem in het octaangetal. Euro 95 is tegenwoordig volledig afgestemd op automotoren die maximaal 7.000 toeren draaien. Bovendien hebben die autoblokken tegenwoordig allemaal sensoren die merken dat een motor niet optimaal loopt en daar de benzinehoeveelheid of het inspuittijdstip automatisch op aanpassen. Boven de 5.000 toeren begint Euro 95 al ‘verbrandingsman- kementen’ te vertonen. Het octaangetal is weliswaar 95, maar de RON – zeg maar het octaangetal op hoge toerentallen – is slechts 85. De verbranding van Euro 95 verloopt op hoge toeren dus relatief ongecontroleerd en ook nog eens behoorlijk langzaam. In plaats van een krachtige explosie, smeult Euro 95 als het ware. Zeker in hoogtoerige sport- motoren en wedstrijdmotoren voldoet die Euro 95-benzine eigenlijk niet meer, in elk geval niet als je het onderste uit de kan wilt halen. Voordat de benzine volledig is ver- brand en zijn maximale werkdruk levert, is Alkylaatbenzine is ideaal als je de motor niet al te vaak gebruikt. GVG uit Nijmegen brengt jaarlijks 6 miljoen liter Alkylaatbenzine van Aspen op de markt. Deze wordt voornamelijk gebruikt in de tuin- en parksector.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3