Norbert Reijers en zijn Kawasaki café racer

« Terug naar Mijn Trots

In de tijd dat Norbert Reijers een ‘volwassen’ motorrijder werd, was het niet meer dan gebruikelijk dat een gewone motorfiets wat werd verbouwd aan de wensen van de eigenaar. Zo werd zijn eigen Suzuki GS750 destijds voorzien van een kuip en een ander stuur. Maar dat was kinderspel vergeleken met de Kawasaki KZ750E uit 1980, die hij tot deze prachtige café racer omtoverde, de ‘Papazaki’, zoals in keurig Japans op de tank te lezen is.

“Het idee om zoiets als dit te bouwen, had ik al veel langer. In een ver verleden had ik mijn toenmalige Suzuki GS750 verbouwd door er een kuip en een ander stuur op te zetten, maar dit plan was wel iets omvangrijker. Het kwam eind 2013 in een stroomversnelling toen ik helaas zonder werk kwam te zitten en ik een project zocht voor de wintermaanden. Ik ben op zoek gegaan naar een oude, niet te dure motor om er een café racer van te maken. Dat heb ik altijd al mooie machines gevonden, zo veel puurder dan het moderne spul. Ze belichamen voor mij het echte motorrijden van vroeger.
Uiteindelijk liep ik in Zeewolde tegen een Kawasaki KZ750E aan, uit 1980. Hij liep niet en zag er ook niet uit, maar dat was ook niet erg gezien hetgeen ik er mee van plan was. Ik ben gaan slopen, heb het frame aan de achterzijde afgezaagd en heb verder alles er afgeslepen wat overbodig was. Het frame is verder vrij standaard gebleven, alleen de brug over de swingarm heb ik verstevigd. Ruw geschat zit er zo’n duizend uur werk in, waarbij ik bijna alles zelf heb gedaan. Alleen het spuiten van de tank en het voorspatbord heb ik uitbesteed. De witte biezen en de strook carbonfolie over het midden van de tank heb ik wel zelf geplakt. Dat heeft raakvlakken met mijn eigenlijke werk, want ik heb altijd als ‘signmaker’, reclamemonteur, gewerkt. Alle polijstwerk heb ik ook zelf gedaan. Best een klus, het metaal wordt steeds mooier, terwijl je zelf steeds viezer wordt. En die letters op de tank zijn een geintje. Daar staat in keurig Japans ‘Papazaki’, dat heb ik laten controleren.
Met het blok moet ik nog wel aan de gang. De nokkenasketting klappert nogal. Ik moet even kijken of dat alleen met de spanner is op te lossen, of dat een andere ketting nodig is. Verder is het blok nu vrij goed. Officieel zat in dit type al elektronische ontsteking, maar dat werkte niet meer toen ik de Kawasaki kocht. Er zat nog een tweede blok bij, met werkende contactpuntjes en ontsteking. Dat heb ik overgezet, compleet met nieuwe bougies en bougiedoppen, en nadat de carburateurs waren schoongemaakt, was het starten en lopen. Ook ben ik nog wat aan het goochelen met de sproeierbezetting van de carburateurs. Hij loopt al best lekker, maar het kan nog beter. Ik heb er grotere sproeiers ingezet en ben nu aan het experimenteren met de gasnaalden. En de uitlaten mogen wel wat stiller. Er zitten universele Megaton uitlaten onder, die ik met extra pijpjes al wat stiller heb gekregen, maar het mag nog wel wat minder. Een beetje geluid hoort bij zo’n ding, maar de lol gaat er snel af als je voortdurend aan het rondkijken bent of er geen politie in de buurt is. Nu de motor nagenoeg klaar is, is het wel de bedoeling dat ik er gewoon mee ga rijden, voor de fun. Geen heel lange toertochten, zoals ik normaal met mijn FJR1300 rijd, dan stap je volgens mij gebroken af. Maar op een mooie zondagmiddag een rondje in de buurt is prima te doen. Dan heb ik er flink schik mee. Een tijdje terug reed ik er mee langs een motorzaak hier in de buurt, stond er gelijk een hoop volk omheen, foto´s maken. Dat maakt me wel trots, hij is ook mooier geworden dan ik zelf vooraf had durven denken. Het smaakt zeker naar meer, al zal ik dan eerst deze moeten verkopen om een volgend project aan te kunnen pakken.”