Mijn Trots – Ton Botman

« Terug naar Mijn Trots

Ja, de nu 52-jarige Ton Botman beschouwt zichzelf wel als een sportieve rijder. Tegenwoordig haalt de circuitenthousiasteling echter meer voldoening uit “het oude spul” dan uit 200 pk. Toen hij eind 2012 van zijn broer dan ook een Kawasaki GPZ kreeg om er wat leuks van te maken, was het plannetje voor de bouw van een klassiek racertje dan ook al snel gesmeed. Een flink jaar later was deze oogstrelende GPZ750 Rainey Replica een feit!

“Mijn hele leven rij ik motor. Illegaal begonnen op m’n zeventiende, op een Jawa 350, passeerde een hele rits motoren de revue. Het begon met een Suzuki GT250, een tweetakt die ik al tijdens de proeftijd in een taxi aan puin reed. Vervolgens kwam er een Honda CB400N, verschillende Kawa’s, waaronder twee GPX750R’s, en uiteindelijk een Yamaha FZ1S Fazer, waar ik nu nog mee rijdt. En dan heb ik tussendoor ook nog een ZX-6R voor het voorrijden op het circuit gehad. De rode draad in mijn motorleven is wat dat aangaat altijd wel sportief geweest.
Deze GPZ heb ik nu zo’n twee jaar geleden gekocht. Of gekocht, eigenlijk was het een presentje van mijn broertje. Hij had zelf een Honda Bol d’Or, vond dat ik ook eens zoiets moest hebben en dus kreeg ik van hem een bak roest van € 350,00 cadeau met de insteek er iets moois van te maken. Dat ‘moois’ moest een klassiek racertje worden wist ik al snel, een Rainey replica. Dat vond ik een mooi model en bovendien zijn er daar niet veel van. Lawson en Freddie Spencer replica’s zijn er genoeg, daar struikel je bijna over, maar Rainey replica’s zie je zelden. Daar kwam bij dat Rainey een 750 reed en mijn broertje niet wilde dat ik een duizend ging rijden, omdat ik anders te hard zou gaan.
En zo kwam er een GPZ750. Die heb ik eerst goed lopend gemaakt, zodat ik zeker wist dat het blok in orde was. Vervolgens heb ik het hele rijwielgedeelte aangepast. Dat begon met de aanschaf van een complete GPZ900R met motorschade. Daarvan heb ik de hele voorpartij overgezet, dus vork, wiel en remmen, waarbij de kroonplaat is gefreesd door een collega van me. De tekeningen daarvan heb ik aan de hand van foto’s van een originele Rainey 750 zelf gemaakt, maar het frezen heb ik aan hem overgelaten. De risers waren er destijds opgelast en dat hebben wij dus ook gedaan, zodat het wel hetzelfde lijkt. Vervolgens heb ik het achterwiel van een ZZR600 pas gemaakt. Quo vorm van de spaken is deze vergelijkbaar met het wiel van de GPZ, maar met 160 mm net iets breder dan het origineel en toch weer niet té breed. Bovendien is het originele achterwiel 18 inch, maar ik wilde een 17 inch exemplaar, omdat je dan wat meer keuze in banden hebt. Aan het kuipwerk zelf heb ik niet veel hoeven veranderen, de buddy daarentegen is wel stevig onder handen gehad. De standaard buddy van een GPZ750 loopt best wel vloeiend, terwijl de Rainey-uitvoering juist een grote bult had. Een vriend van me met een zeilmakerij heeft vervolgens het zadel gemaakt zoals het hoort. In De stickers komen uit Engeland, die daar als complete set verkocht werden. Nadat een andere maat van me de GPZ helemaal gespoten had, ben ik er eerst maar eens mee gaan rijden om te kijken hoe ‘ie het deed. Bleek dat er toch wel wat flex in het geheel zat. De daaropvolgende winter is de hele machine vervolgens weer tot op het bot uit elkaar gegaan en heb ik eerst het frame verstevigd. De achterschokbreker bleek puin, die heb ik vervangen door een exemplaar van Wilbers en voor heb ik er veren van een Triumph Thruxton in gezet, evenals de demping aangepast. Ook heb ik nieuwe Nissin-remschijven gemonteerd, want de oude waren gewoon op. Verder vond ik het vermogen aan de magere kant, dus ging ook het blok uit elkaar. Dat is opgeboord naar 810 cc, met Wiseco-zuigers, en in combinatie met onder meer de op maat gemaakte uitlaat, bewerkte kop en 28 mm Keihin CR race-carburateurs heb ik nu ongeveer 97 pk aan het achterwiel. Toch wel even wat meer dan de standaard 84 krukas pk’s. Na goed twee winters werk stond ‘ie er bij zoals nu. Een plaatje al zeg ik het zelf, al wil ik nog wel het linksysteem aanpakken. Onderop zit een nogal lomp brok staal met de bevestigingspunten, dat ga ik nog van aluminium maken. Nog een kettingschermpje erop, maar dat is het ook wel. Dit jaar ga ik vooral rijden. Het bouwen is leuk, maar ik wil uiteindelijk wel zien of ik met mijn inspanningen ook resultaat heb geboekt. En als het goed is, dan is het ook goed. Zoek ik wel weer wat anders om te doen!”